Soms zitten kinderen zo in de knel, dat ze hun draai niet meer kunnen vinden. Het kan vele oorzaken hebben.
- Als het kind niet lekker in zijn vel zit en dit niet vanzelf weer overgaat, terwijl het geen medische oorzaak heeft. Snel prikkelbaar is of ruzie maakt; teruggetrokken is of juist drukker is dan normaal; slecht slaapt; buikpijn of andere lichamelijke klachten heeft; in bed plast; snel en veel huilt; angstig droomt; faalangstig is; zich moeilijk kan concentreren.
- Emotionele problemen: het kind is angstig / onzeker, heeft weinig zelfvertrouwen, is gespannen.
- Sociale problemen: het kind ervaart moeite in de omgang met anderen, heeft geen vriendjes en wil dit wel graag.
- Na een verlieservaring, zoals een scheiding, een overlijden, een verhuizing, een ziekte, een verandering van school.
- Maar ook kan een kind door vervelende ervaringen in de problemen komen. Pesten is daar een voorbeeld van.
- Verder kunnen kinderen moeite hebben met het accepteren van de eigen situatie, mogelijkheden en beperkingen. Zoals een lichamelijke handicap, een chronische ziekte, een verstandelijke handicap, een beperking door o.a. ADHD, autisme, een verandering in de gezinssituatie, een uithuisplaatsing, adoptie of een gebroken / samengesteld gezin.
- Als je als ouder niet meer weet hoe je verder kunt met je kind. Je maakt je zorgen of hebt vragen over het gedrag van kinderen, of over hun sociale en/of emotionele ontwikkeling.
- Soms heeft een kind van gescheiden ouders een veilige derde nodig om aan de verwerking van de scheiding toe te komen.